Commissie Contactdermatosen

Van 1982 tot 1999 ben ik lid geweest van de Commissie Contactdermatosen (later de Commissie Allergie en Contactdermatosen, meen ik) van de NVDV. In 1983 werd ik secretaris en een jaar later voorzitter, welke functie ik ben blijven bekleden tot 1999. De Commissie was ontstaan uit de ''Werkgroep Arbeidsdermatologie'', die gevormd werd door de drie grondleggers van het subspecialisme dermatoallergologie in Nederland: prof. dr. K.E. Malten (Nijmegen), dr. W.G van Ketel (VU Amsterdam) en dr. J.P. Nater (Groningen). In 1981 werd de werkgroep omgezet in de Commissie Contactdermatosen. Op voorstel van het Bestuur van de NVDV werd de Commissie uitgebreid met afgevaardigden van alle academische centra en met perifere dermatologen. Daarop werd ik uitgenodigd om zitting te nemen in de Commissie, uiteraard op voordracht van Johan Nater. In het hoofdstuk over mijn promotieonderzoek en proefschrift heb ik beschreven hoe belangrijk de Commissieleden voor dat onderzoek zijn geweest. Ik heb in wisselende samenstellingen met een of meer van de commissieleden veel onderzoek verricht, wat heeft geresulteerd in onderzoekdata voor mijn proefschrift en een groot aantal publicaties, zowel van de onderzoekgegevens als daarvan afgeleide artikelen. 

Derk Bruynzeel beschreef dit in zijn bijdrage aan het Liber Amicorum als volgt: ''Anton werd als lid gevraagd. Het onderzoek kreeg een nieuwe impuls en zou uiteindelijk leiden tot het onderzoek waarop hij zou promoveren. Er brak een periode aan van grote activiteit. Antons niet aflatende energie mondde uit in een groot aantal artikelen en casuïstieken, een geliefde rubriek in het tijdschrift Contact Dermatitis. Stukken, praktisch altijd gerelateerd aan het onderwerp cosmetica en cosmeticabestanddelen. Het onderwerp cosmetica werd zo langzamerhand ook het thema van gezamenlijk onderzoek van de Commissie. Samen onderzoek doen, op verschillende locaties, met personen met andere inzichten en anders functionerende klinieken is niet eenvoudig. Het opzetten, het er over eens worden en uiteindelijk daadwerkelijk starten van het onderzoek kostte veel tijd, overredingskracht en uitleggen, zeker later toen de Commissie uitgebreid werd. Maar Anton is groot en heeft overredingskracht en dat hielp ongetwijfeld mee in het uiteindelijk bepalen van de koers. Met verve leidde hij het onderzoek van de Commissie, eerst als secretaris en later als voorzitter. De Commissie belandde in een periode van ongekende activiteit en werd een belangrijke verenigingscommissie met een zichtbare productie. Het hoogtepunt was Antons promotie in 1988 in Groningen bij professor Nater, hoofd van de afdeling dermatologie van het academisch ziekenhuis aldaar''.  

In 1999 heb ik eigener beweging de Commissie verlaten. Waarschijnlijk was ik in gedachten al bezig met de voorbereidingen voor de beëindiging van mijn praktijk. De publicaties die ik samen met een of meer leden van de Commissie heb geschreven, en die direct (onderzoeksgegevens) of indirect (overzichtsartikelen, ingezonden brieven et cetera) te maken hebben met het promotieonderzoek, zijn hieronder opgesomd.

Eczeem van de lippen wordt in de dermatologie cheilitis genoemd. Er zijn verschillende vormen van, waaronder het allergisch contacteczeem. De linker foto laat dat zien. Deze afbeelding is al heel oud. In de jaren 1950 en 1960 waren felrode lippen in de mode (denk aan Marilyn Monroe). De knalrode kleuren bevatten vaak eosine en afgeleiden daarvan, die nog wel eens contactallergie wilden veroorzaken. De gele kleur en de exsudatie (''natten'') doen vermoeden dat er een secundaire bacteriële infectie is opgetreden met Staphylococcus aureus (aureus = gouden). Andere oorzaken van allergische cheilitis zijn onder meer lipcosmetica zoals balsem en zalf en tandpasta. Cheilitis kan ook berusten op constitutioneel eczeem. De lippen zijn dan vaak erg droog en hebben kleine kloofjes. Dan is het prettig om de lippen wat te bevochtigen met de tong. Maar wanneer dat heel vaak gedaan wordt en men blijft maar likken, ontstaat door irritatie van het speeksel zelf eczeem: ''lip licking dermatitis''. Soms wordt geen oorzaak gevonden, zoals bij de patiënte rechts 

  • De Groot AC, Liem DH, Nater JP, van Ketel WG. Patch tests with fragrance materials and preservatives. Contact Dermatitis 1985;12:87-92
  • De Groot AC, Weijland JW, Bos JD, Jagtman BA. Contact allergy to preservatives (1). Contact Dermatitis 1986;14:120-122
  • De Groot AC, Bos JD, Jagtman BA, Bruijnzeel DP, van Joost Th, Weijland JW. Contact allergy to preservatives (II). Contact Dermatitis 1986;15:218-222
  • De Groot AC, Nater JP, Van der Lende R, Rijcken B. Een retrospectief bevolkingsonderzoek naar bijwerkingen van cosmetica. Ned Tijdschr Geneeskd 1987;131:863-865
  • De Groot AC, Coenraads PJ, Nater JP. Adverse effects of cosmetics: a survey among clients of beauticians. J Appl Cosmetol 1987;5:104
  • De Groot AC, Beverdam EGA, Tjong Ayong C, Coenraads PJ, Nater JP. The role of contact allergy in the spectrum of adverse effects caused by cosmetics and toiletries. Contact Dermatitis 1988;19:195-201
  • De Groot AC, Nater JP, van der Lende R, Rijcken B. Adverse effects of cosmetics and toiletries: a retrospective study in the general population. Int J Cosm Science 1988;9:255-259
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP, Bos JD, van der Meeren HLM, van Joost Th, Jagtman BA, Weijland JW. The allergens in cosmetics. Arch Dermatol 1988;124:1525-1529
  • De Groot AC, Bos JD, Liem DH. Contact allergy to bornelone. Contact Dermatitis 1984;10:45-46
  • De Groot AC, van der Meeren HLM, Weijland JW. Contact allergy to avocado oil in a sunscreen. Contact Dermatitis 1987;16:108-109
  • De Groot AC, De Wit FS, Bos JD, Weijland JW. Contact allergy to cocamide DEA and lauramide DEA in shampoos. Contact Dermatitis 1987;16:117-118
  • De Groot AC, van der Walle HB, Jagtman BA, Weijland JW. Contact allergy to 4-isopropyl- dibenzoylmethane and 3-(4'-methylbenzylidene)-camphor in the sunscreen Eusolex 8021. Contact Dermatitis 1987;16:249-254
  • Bruijnzeel DP, de Groot AC, Weijland JW. Contact dermatitis to lauryl pyridinium chloride and benzoxonium chloride. Contact Dermatitis 1987;17:41-42
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP, Jagtman BA, Weijland JW. Contact allergy to diazolidinyl urea (Germall II). Contact Dermatitis 1988;18:202-205
  • De Groot AC, van der Meeren HLM, Weijland JW. Cosmetic allergy from stearic acid and glyceryl stearate. Contact Dermatitis 1988;19:77-78
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP, van Joost Th, Weijland JW. Cosmetic allergy from myristyl alcohol. Contact Dermatitis 1988;19:76-77
  • De Groot AC, Liem DH, Nater JP, van Ketel WG. Patch tests with fragrance materials and preservatives. Contact Dermatitis 1985;12:87-92
  • De Groot AC, Bos JD. Preservatives in the European standard series for epicutaneous testing. Brit J Dermatol 1987;116:289-292
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP. Kathon CG. Contact Dermatitis 1987;17:189-190
  • De Groot AC. Kathon CG: risk of sensitization. J Appl Cosmetol 1987;5:70
  • De Groot AC, Bos JD, Bruijnzeel DP. Study of the interaction of Kathon CG- Germall II in hydrophilic creams. Int J Cosm Science 1987;9:249-250
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP, Van der Schroeff JG, Bos JD. Routine testing with the preservative system Kathon CG. Int J Cosm Science 1988;10:47-51
  • De Groot AC, Jagtman BA, van der Meeren HLM, Bruijnzeel DP, Bos JD, den Hengst CW, Weijland JW. Cross-reaction pattern of the cationic emulsifier oleamidopropyl dimethylamine. Contact Dermatitis 1988;19:284-289

Volgende hoodstuk: