Het proefschrift gaat internationaal

In het voortraject naar de promotie was al veel van mijn (ons) onderzoek gepubliceerd in internationale medische tijdschriften, maar men wist natuurlijk niet dat dit allemaal in het kader van mijn proefschrift was. De dermato-allergologische wereld kende mij niet alleen van de artikelen, maar ook van de boeken Patch testing en Unwanted effects of cosmetics and drugs used in dermatology. Mijn ijdelheid was toen al niet gering, dus ik besloot het proefschrift, dat immers in het Engels was en ook veel praktisch relevante informatie bevatte, in het buitenland nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. En ik wilde heel graag mijn vurige wens uit het proefschrift om etikettering (ingredient labelling) in de Europese Unie (die heette toen nog Europese Economische Gemeenschap) verplicht te laten worden. Bovendien zat ik te broeden op commerciële exploitatie van het boek (ik had een grote oplage van 800 exemplaren van het proefschrift laten drukken) en daarvoor moest geadverteerd worden. Advertenties in tijdschriften als Contact Dermatitis, Archives of Dermatology en de Journal of the American Academy of Dermatology behoorden natuurlijk tot de mogelijkheden, maar waren peperduur en bovendien zou ik dan mensen moeten inhuren om een aantrekkelijke, opvallende en aansprekende advertentie te maken. In plaats daarvan besloot ik om de bekendste mensen van de dermatoallergologie allemaal een proefschrift te sturen. Ik keek hoofdzakelijk naar het tijdschrift Contact Dermatitis, waarin je zowel namen van auteurs als hun adressen kon vinden. Dat was soms wat moeilijk, omdat de hooggeleerden vaak de laatste auteur zijn en het adres van de eerste auteur niet noodzakelijkerwijs het adres was dat ik zocht. In die tijd bestond het internet niet en waren er nog geen verenigingen zoals de European Society of Contact Dermatitis en de American Contact Dermatitis Society (die overigens kort daarna zouden worden opgericht), waar je informatie kon krijgen. 

En zo stuurde ik een stuk of 40 proefschriften naar bekende namen in de dermatoallergologie in Europa, de Verenigde Staten en een enkel ander land. Al na een week of twee kreeg ik een groot aantal reacties met dank en waardering. Ik heb ze allemaal bewaard, er zijn enkele exemplaren onder van de ''groten der aarde'' van het vakgebied dermato-allergologie waaronder Niels Hjorth (Denemarken), Sigfrid Fregert (Zweden), Jean Foussereau (Frankrijk), Matti Hannuksela (Finland), Jan Wahlberg (Zweden), José Camarasa (Spanje), Carlo Meneghini (Italië), Etain Cronin (Verenigd Koninkrijk), Jean-Marie Lachapelle (België) en John Ebling (Verenigd Koninkrijk; geen dermatoallergoloog, maar een van de auteurs van het beroemde Rook’s textbook of dermatology).

Uiteraard stuurde ik exemplaren van het proefschrift naar enkele medische tijdschriften, waaronder Contact Dermatitis. En, zoals hij eerder ook al gedaan had, schreef Richard Rycroft weer een alleraardigste boekbespreking. Ook had hij mijn aanbeveling om te streven naar Ingredient labelling in Europa er keurig uitgepikt en met zijn bespreking voor het voetlicht gebracht. Hij en ik hebben nog steeds contact, ofschoon hij al vele jaren niet meer als dermatoloog actief is.

Volgende hoofdstuk: