Monographs in contact allergy deel 3: Topical drugs

Nadat ik klaar was met deel 2 over de parfumgrondstoffen en etherische oliën begon in ik januari 2019 te schrijven aan het derde deel: Monographs in contact allergy, Volume 3: Topical and systemic drugs. Daar heb ik me, zal ik meteen maar bekennen, verschrikkelijk op verkeken. Ik dacht dat boek in een maand of 9 wel even rond te krijgen, maar na 1 jaar en 9 maanden had ik weliswaar een manuscript klaar, maar dat ging alleen over topical drugs, lokale geneesmid-delen. Het onderwerp systemic drugs (systemische geneesmiddelen: tabletten, capsules, injecties et cetera) bleek namelijk zo uitgebreid, dat het boek minimaal 1800 pagina's zou gaan beslaan. Daarom stelde ik aan de uitgever voor om de systemic drugs in een nieuw boek, deel 4, te presenteren en daarmee ging ze akkoord. Ik was blij, omdat ik dan eerder een klus (de topical drugs) kon afhebben en er kwam ook nog een extra boek bij!

Topical drugs (topical = lokaal) zijn geneesmiddelen, die op de huid en de slijmvliezen (ogen, neus, mond, geslachts-organen en anus) worden aangebracht in de vorm van zalf, crème, lotion, poeder, oogdruppels, neusdruppels et cetera. Contactallergie daarvoor (ook wel vertraagd-type overgevoeligheid of type IV overgevoeligheid genoemd) is al heel lang bekend en is goed gedocumenteerd. De belangrijkste van die lokale geneesmiddelen die contactallergie veroorzaken zijn antibiotica, corticosteroïden (''hormoonzalven'', bijvoorbeeld voor de behandeling van eczeem of psoriasis) en lokaalanesthetica, die ''verdoving'' van de huid geven, bijvoorbeeld bij pijn, jeuk or branderigheid.

Acuut  allergisch contacteczeem door oogdruppels met fors oedeem van  de oogleden; de  gele korsten duiden op een secundaire infectie met Staphylococcus aureus        

Systemic contact dermatitis. Deze patiënte was allergisch geworden voor een corticosteroïd (bijnierschorshormoon) door het gebruik van een hormoonzalf voor eczeem. Toen ze later een inhalatie corticosteroïd ging gebruiken voor verstopte neus ontstond een geneesmiddelexantheem in de grote lichaamsplooien. Hierbij is ook vaak een felrood erytheem op de billen te zien, wat heeft geleid tot de naam ''baboon syndrome'', vernoemd naar het rode achterwerk van bavianen

Deze geneesmiddelen veroorzaken meestal gelokaliseerd allergisch contacteczeem op de plaats waar de zalf, crème, lotion, druppel of verstuiver is aangebracht; soms breidt het eczeem zich uit naar andere plaatsen. In een enkel geval wordt er zoveel van het geneesmiddel door de huid of het slijmvlies opgenomen, dat het in het bloed terechtkomt, door het hele lichaam wordt verspreid en dan een uitgebreid eczeem of een andere huiduitslag kan veroorzaken; dit wordt ''systemic contact dermatitis'' of ''systemic allergic dermatitis'' genoemd. Dit fenomeen wordt vooral gezien bij toediening van corticosteroïden in de neus en de longen (door inhalatie) en bij het gebruik van lokaalanesthetica bij aambeien, jeuk of eczeem aan de anus. Ook kan het ontstaan bij toediening van systemische geneesmiddelen bij patiënten die eerder allergisch zijn geworden voor dit geneesmiddel doordat het in een topical drug op de huid of slijmvliezen was aangebracht en de patiënt er allergisch voor werd.   

Deel 3 van de Monographs in contact allergy reeks verscheen in maart 2021. Daarna schreef ik twee overzichtsartikelen over het onderwerp Topical drugs / Lokale geneesmiddelen:

  • De Groot AC. Contactallergie voor lokale geneesmid-delen: klinische beelden. Ned Tijdschr Derm Venereol 2021;31(5):26-30
  • De Groot AC. Allergic contact dermatitis from topical drugs: An overview. Dermatitis 2021;32(4):197-213

Het eerste artikel kunt u hieronder inzien en eventueel downloaden.

Artikel Lokale Geneesmiddelen NTDV Mei 2021
PDF – 3,2 MB 222 downloads

Pas in augustus 2022 werd in Dermatitis (2022;33[4]:e51) een boekbespreking gepubliceerd. De conclusie was: "This reference book is a ''must-have'' for clinicians, scientists, and all professionals involved in caring for patients with eczematous and occupational dermatoses and practice patch testing''.

Eerder was al een boekbespreking gepubliceerd op de website van de European Society of Contact Dermatitis (www.escd.org), geschreven door Thomas Rustemeyer, hoogleraar arbeidsdermatologie in Amsterdam (en een vriend van mij, zeg ik er maar meteen bij).

 

Monographs in Contact Allergy, Volume 3: Topical drugs

This book on contact allergy to topical drugs, which is available as both printed and eBook, is the third in the Monographs in Contact Allergy series written by Anton de Groot. Our department has the previous volumes (1: Non-fragrance allergens in cosmetics, 2: Fragrances and essential oils) in our library and they are frequently consulted. This is again a unique book, packed with practical and easily accessible information, which is up-to-date to August 2020, Anton told me. The incredibly short production time of the book was possible, as the author has again formatted the text completely by himself and all the publisher had to do was to have it printed.    

After an introductory chapter, De Groot in chapter 2 gives an overview of all aspects of allergic contact dermatitis from topical drugs, including prevalence, predisposing factors, clinical manifestations, the allergens, cross-reactivity and diagnostic procedures. Chapter 3 shows the monographs of topical drugs, 369 in total. These fully discuss the available literature on contact allergy/allergic contact dermatitis to each drug in the same format as the previous volumes.

Chapter 4 presents over 150 non-pharmaceutical ingredients of topical drugs that have caused sensitization, e.g. parabens, thimerosal, lanolin alcohol, propylene glycol, fragrances, essential oils, et cetera. Some of these ingredients could never be found by a search in PubMed or any other database. Chapter 5 shows drugs that have caused contact urticaria. Very original is chapter 6, in which the author gives a preview of the drugs that will be discussed in Volume 4 on Systemic drugs. Anton told me that he had originally planned to present the topical and systemic drugs in one volume, but he soon discovered that the subject was far too large for one book. Apparently, he has already found 500 drugs that have caused one or more types of cutaneous adverse drug reaction (e.g. DRESS, AGEP, SDRIFE, fixed drug eruption, maculopapular eruptions) caused by delayed-type hypersensitivity or occupational allergic contact dermatitis. Something to look forward to!

Ga verder met: