Patch testing tweede editie

Toen 900 van de 1000 boeken van de eerste oplage waren verkocht, vroeg Elsevier me in 1993 om een nieuwe editie te schrijven. Het aantal nieuwe chemische stoffen  waarvan gegevens over plakproeven in het nieuwe boek waren opgenomen, was ongeveer 900. Zoveel nieuwe allergenen waren in de tussentijd niet gepubliceerd. In het kader van mijn promotieonderzoek en proefschrift (1988) hadden mijn collega-dermatologen die meewerkten aan mijn onderzoek en ik een groot aantal patiënten getest met hun cosmetica en alle bestanddelen daarvan. Daaronder waren zeer veel ingrediënten waarvan geen plakproefconcentratie en vehiculum bekend waren. Die werden door Jan Willem Weijland van de Keuringsdienst van Waren (KvW) en mij gezamenlijk bepaald, meestal op basis van bekende concentraties van soortgelijke stoffen. De KvW  vroeg de bestanddelen  bij  de fabrikanten  van de cosmetica aan en bereidde daarvan test-

substanties voor ons. Soms werd er slechts 1 patiënt mee getest, soms wel 10. Gaf dit geen aanleiding tot een irritatiereactie of veroorzaakte het een allergische reactie, dan nam ik deze stoffen met hun concentratie en vehiculum op in de nieuwe editie van Patch testing. Uiteraard werd daarbij vermeld dat dit geen gevalideerde gegevens waren, maar als uitgangspunt konden dienen. Daarnaast had ik gegevens gevonden van het RIFM, het Research Institute for Fragrance Materials (www.rifm.org). Dit instituut had bij telkens 20 vrijwilligers  een aantal parfumgrondstoffen getest met plakproeven, met name om te zien of ze irriteerden of aanleiding zouden geven tot actieve sensibilisatie. Honderden parfumgrondstoffen werden op deze wijze onderzocht. Wanneer de betreffende stoffen bij 20 vrijwilligers na 2 dagen geen irritatiereacties gaven, nam ik deze stoffen met hun concentratie en vehiculum (nagenoeg altijd vaseline) over in het boek met de mededeling dat deze concentraties bij plakproeven geen irritatie gaven en dat ze waarschijnlijk wel geschikt waren om als zodanig te gebruiken voor epicutaan allergologisch onderzoek. 

De techniek van het digitale drukwerk was inmiddels verder ontwikkeld, waardoor de gedrukte tekst, vooral het lettertype, een stuk mooier was geworden. Ook was de grote tabel, die het leeuwendeel van de inhoud uitmaakte, nu verticaal gepositioneerd, zodat je meteen de juiste gegevens zag bij het openslaan van het boek. In de eerste editie was de tabel nog te breed voor de pagina en was dus verticaal afgedrukt, waardoor je het boek een kwartslag moest draaien om het goed te kunnen bekijken. Deze editie werd opnieuw zeer goed ontvangen en algemeen als een duidelijke verbetering ten opzichte van het eerste boek beschouwd. Enkele boekbesprekingen zijn hieronder te vinden. Let op de humor van Richard Rycroft, met wie ik sindsdien regelmatige contacten heb onderhouden, ook nu (2022) nog. 

 

Boekbesprekingen van de tweede editie van Patch testing (selectie)

American Journal of Contact Dermatitis 1995;6:130

In an age of burgeoning medical publications, few are unique. However, the second edition of this book is. This book would be worth its cover price for its chemical synonyms alone. As with the first edition, the book is largely devoted to ‘Table 1’, which develops patch testing concentrations for 3,700 chemicals that are derived from the world’s textbooks and journal literature devoted to contact dermatitis. ………In addition to almost 1,000 more chemicals, the second edition of this book has a format that makes it much more accessible than the first edition. The print is clear, the binding is superb, and I found no typographical errors. De Groot must surely have the largest database of anyone interested in contact dermatitis. Few books are essential in medical practice. If you perform patch testing at all, you should own this book.

FRANCESS J. STORRS

 

Uitverkocht en Elsevier laat niets van zich horen

In 2006 kreeg ik een mailtje van een dermatoloog uit Zuid-Korea. Hij wilde een exemplaar van Patch testing, 2e editie aanschaffen, maar kreeg het bericht van de boekhandel dat het boek niet meer leverbaar was. Ik heb toen contact opgenomen met Elsevier Amsterdam. Ik werd doorverwezen naar Elsevier Oxford, omdat de betreffende afdeling nu daar gevestigd was. Gemaild: geen reactie. Gebeld: het was hun afdeling niet, en ik werd geadviseerd om navraag te doen bij Elsevier te Londen, gevestigd aan The Strand. Zucht ………Mailtje gestuurd: geen reactie. De telefoon maar weer opgepakt en een vriendelijke dame met een knal van een Cockney accent (wat me verbaasde, voor een internationaal bedrijf) legde me uit dat dit boek niet tot hun afdeling behoorde, ik moest maar contact opnemen met ……Elsevier Amsterdam. Een klassiek voorbeeld van ''van het kastje naar de muur'' of, het speelde zich immers voor een deel in het Verenigd Koninkrijk af: from pillar to post.

Uiteindelijk heeft Amsterdam het voor me uitgezocht en het bleek dat het boek inderdaad al enige tijd uitverkocht was. Maar blijkbaar was het aantal verkochte boeken in de recente periode zo klein, dat een nieuwe editie commercieel niet haalbaar werd geacht. Men voelde zich blijkbaar niet verplicht om de auteur daarvan op de hoogte te brengen.

 

Ga verder met: