Hoe afscheid te nemen?
Wanneer een medisch specialist zijn praktijk beëindigt en afscheid neemt, wordt er meestal een receptie georganiseerd door het ziekenhuis. Dan staat (meestal) een groot aantal patiënten, ziekenhuismedewerkers, collega-specialisten, huisartsen, en andere geïnteresseerden in een lange rij staat te wachten tot hij of zij aan de beurt is om een aantal vriendelijke woorden te wisselen, herinneringen op te halen, goede wensen over en weer uit te delen en tweemaal, ter begroeting en ten afscheid, handen te schudden. HANDEN SCHUDDEN!!!! Tja, dat was dus voor mij een probleem. De laatste gast zou waarschijnlijk mijn rechterhand bij de pols hebben afgetrokken van mijn onderarm.
Dan maar geen handen schudden en -tig keer moeten vertellen waarom ik dat niet doe of kan doen? Een weinig aanlokkelijk vooruitzicht. Los daarvan, lange tijd staan, dat zou mijn rug niet gepikt hebben.
Goed, dat besluit was snel genomen, geen afscheidsreceptie dus. Natuurlijk wilde ik niet als een dief in de nacht het pand verlaten, dus heb ik enkele dagen van tevoren brieven gestuurd naar alle collega-specialisten (die er natuurlijk al veel langer van op de hoogte waren), huisartsen, alle verpleegafdelingen, elk onderdeel van het ziekenhuis zoals directie (ja hoor, die wisten het natuurlijk ook al), receptie, fysiotherapie, technische dienst, sectie patiëntenzorg, personeelszaken, patiënten servicebureau, afdeling inkoop, restaurant, schoonmaakdienst en een groot aantal individuele medewerkers van het ziekenhuis met wie ik in de loop der jaren veel persoonlijke contacten had gehad, waarin in mijn vertrek aankondigde en ze hartelijk dankte voor de fijne samenwerking. Uiteraard allemaal, voor zover van toepassing, gepersonaliseerd, dus geen standaardbrief.
Ik had besloten geen verdere uitleg te geven waarom ik vertrok en geen afscheidsreceptie gaf. Alle patiënten die nog een afspraak hadden, kregen een brief waarin ik uitlegde dat ik was vertrokken en dat ze de volgende keer door mijn opvolger, dr. Monique Andriessen, gezien zouden worden.
En zo vertrok ik op 1 juni 2002 met een aantal dozen met allerlei spulletjes die ik mee mocht nemen uit het Carolus Ziekenhuis, nadat ik op 31 mei de laatste patiënten had gezien (nuttig: tot vorig jaar nog gebruikten we briefpapier van het Carolus voor onze boodschappenlijstjes). Als laatste gaf ik de medewerkers van de receptie, die ik allemaal bij voornaam kende en zo aansprak, (toch) nog een hand en liet het ziekenhuis achter me.
’s Avonds nog naar de Chinees in Vught gegaan met Corina en Wil, onze laatste secretaresse en assistente. Ik ben daarna niet meer in het Carolus terug geweest. Enkele jaren later werd het gebouw ontruimd, nadat het nieuwe fusieziekenhuis was gebouwd. In 2010 is het Carolus Ziekenhuis uiteindelijk gesloopt om ruimte te maken voor een nieuwe woonwijk (https://www.nieuwbouw-carolus.nl/).